Christiaan Carel Kemper (1887)

(parenteel)

Zoon van Christiaan Carel Kemper (1855) en Susanna Gesina Trim. Geboren op 5 januari 1887 te Amsterdam als derde kind ter wereld gebracht, maar zijn voorgaande broer en zus zijn beide kort na hun geboorte overleden. Na de geboorte van Christiaan Carel krijgt zijn moeder Susanna nog zes kinderen, vijf zoons en een dochter. Twee van de vijf zoons worden levenloos geboren.
Christiaan Carel, zijn roepnaam is Chris, houdt er drie broertjes (Alphonsus, Karel Frederik en Theodorus Aloysius Pacificus) en een zusje (Maria Petronella Johanna Christina) aan over. Een gezin met vijf kinderen.
Chris heeft zijn opa (Christiaan Kemper) en oma (Maria Johanna Petronella de Jong) nooit gekend, zijn opa overleed vlak voor de geboorte van zijn vader in december 1854 en zijn oma overleed 6 jaar later in mei 1860. Daarom is zijn vader opgegroeid in R.K. Weeshuis in Overtoom.

Christiaan Carel Kemper (1887) omstreeks 1910

Trouwen

Trouwfoto Chris en Greet 1911 in Amsterdam

Op 24-jarige leeftijd in 1911 trouwt Chris met de dan nog 23-jarige Margaretha (Greet) Maria Duijvelshoff in Amsterdam. Chris is tot over zijn oren verliefd en dolgelukkig. Het echtpaar begint, zoals gebruikelijk in die tijd, direct aan gezinsuitbreiding. 10 maanden later wordt hun eerste zoon Willem geboren, maar daar blijft het niet bij. In jaren die volgen wordt het gezin alsmaar groter. In 1913 wordt hun eerste dochter Mies geboren. In 1916 wordt nog een zoon Hendricus geboren die helaas na 11 dagen overlijd. In 1917 wordt wederom een zoon Johan geboren. In 1919 wordt Fons geboren. In 1920 wordt Gerard geboren. In 1922 wordt Jos geboren en in september 1924 wordt hun dochter Gesina geboren. Klaarblijkelijk waren er tijdens de laatste bevalling complicaties opgetreden. Gesina overleed na 2 maanden en 15 dagen, maar ook Greet overleefde deze bevalling niet. Zij overleed op eerste kerstdag van datzelfde jaar. Vader blijft met vijf zoons en een dochter achter. De Eerste wereldoorlog komt het gezin ongeschonden door. Voor zover we weten lijkt Chris te zijn ontkomen aan de mobilisatie van 1914-1918. Hij hoefde in ieder geval niet in dienst is te lezen in de militieregisters, omdat zijn broers Alphonsus en Karel Frederik al in dienst waren (geweest).

Emigratie

Chris zijn hart is gebroken, na het overlijden van zijn geliefde vrouw Greet. Hij heeft zoveel verdriet dat hij niet meer in Amsterdam kan blijven wonen en besluit te vertrekken. Hij besluit om te emigreren naar Canada. Zijn broers Karel Frederik en Alphonsus wonen al in Canada en na het overlijden van zijn vader in 1917 zijn moeder met jongste zoon Theodorus ook geemigreerd naar Canada. In 1925 vertrekt Chris met zijn oudste zoon Willem naar Montreal. De rest van zijn kinderen laat hij achter in Nederland. Waarom is niet duidelijk. Mies wordt geplaatst in het weeshuis ‘De Voorzienigheid’ in Noordwijkerhout waar veel meisjes uit probleem gezinnen of met een beperking terecht kwamen. Een zogenaamde weeshuis voor ‘verwaarloosde meisjes’. Mies had polio en liep daardoor mank met een beugel om haar benen en verhoogde schoenen. Johan, Fons en Gerard gingen naar het ‘R.K. Jongensweeshuis‘ aan de Lauriergracht 105 in Amsterdam en zoon Jos mocht naar de R.K. Vacantiekolonie in Schiermonnikoog.
Chris vertrok met Willem om een nieuw te bestaan op te bouwen in Canada. Ze bouwden een bloemkwekerij, maar in de jaren die daarop volgenden werd de kwekerij tot twee keer toe zwaar beschadigd door hagel.

De kinderen van Chris. Vlnr achterste rij:Willem en Mies Vlnr voorste rij: Fons, Johan, Jos en Gerard.

Intussen heeft Willem een Schots meisje, genaamd Jessie Young, leren kennen in Montreal en is tot over zijn oren verliefd. Chris heeft een probleem met de nieuwe vriendin van Willem, want zij is van een ander geloof. Chris is streng Katholiek en kan hier niet mee leven. Hij legt Willem de keuze voor: Of zij gaat eruit of ik. Willem kiest met volle overgave voor zijn nieuwe liefde waarop Chris in 1932 terugkeert naar Nederland.
Thuis aangekomen verzamelde hij alle kinderen weer om zich heen en verteld dat Willem in Canada is gebleven en dat er over hem nooit meer gesproken mocht worden. Zo geschiede en er werd sindsdien inderdaad nooit meer over Willem gesproken. Tevergeefs hadden zijn broers na het overlijden van hun vader Chris geprobeerd in contact te komen met Willem. Willem heeft na de oorlog een brief geschreven om te vragen hoe het de familie vergaan was gedurende die tijd. Omdat geen van de broers of zuster enig engels spraken hebben ze het voor kennisgeving aangenomen en niet gereageerd. Zo is Willem ook een keer met zijn kinderen na de oorlog naar Amsterdam afgereisd om op zoek te gaan naar zijn familie, ook ditmaal zonder succes. In 2011 heeft Frans Kemper (zoon van Jos Kemper. Jos is de broer van Willem) de familie Kemper in Canada gevonden via Facebook en contact weten te leggen. Helaas te laat voor het Kemper gezin, want de broers en zus waren toen al overleden.

Bloemist

Chris groeit op in de bloemenhandel. Het wordt er met de paplepel ingegoten. Zijn vader heeft een eigen Bloemenhandel aan de Iepenweg 9 in Amsterdam, waar ook zijn moeder en broers werkzaam waren. Zijn broers Karel Frederik en Alphonses vertrekken als bloemisten naar Canada, waar later ook moeder en het jongste broertje Theodore naar toe vertrekken als bloemisten, valt te lezen in de passagierslijsten.

Chris zijn carriere als Bloemist begint, voor zover vastgelegd, in 1906. Hij begint in 1912 een eigen Bloemenhandel op diverse locaties vaak op dezelfde adressen als zijn woonadressen. De bekendste lokatie is de Hartenstraat 12 in Amsterdam, waar hij ook boven de winkel woonde en de meeste kinderen werden geboren.

Advertentie De Tijd – no21831 (21 december 1918)
Bloemenmagazijn
Hartenstraat 12 (De 9 straatjes) Amsterdam

Tweede huwelijk

In 1938 werd Chris verliefd op Ans (Anna Elizabeth Paauw) en ze besloten om in januari 1939 te trouwen. In februari 1942 kregen zij een zoon genaamd Ruud. Tot het overlijden van Chris blijft het hierbij.

Tweede wereldoorlog

De Tweede Wereld oorlog ging aan niemand ongemerkt voorbij. Zeker niet als je in Amsterdam woont. Het gezin had zijn intrek genomen in een huis aan de Lodewijk Boisotstraat 2-II. Chris komt in aanraking met een onderbuurman genaamd Julius Wolff die nauwe banden had met het Indonesische verzet in Nederland en onderduikverschaffer was. Wolff was bevriend met de Indonesische student Raden Mas Rasono Woerjaningrat. Rasono is naar Nederland gekomen om te studeren in Leiden. Na de sluiting van de Universiteit van Leiden kan hij zijn studie een jaar later voortzetten in Amsterdam. Hij is lid van de Perhimpoenan Indonesia. In Amsterdam staat hij aan het hoofd van een Indonesische verzetsgroep. Via deze groep kregen Julius Wolff en zijn vrouw Thelma Brugman veel onderduikers. Die verblijven op zolder, waar speciaal voor hen een ruimte is ingericht.

In de zomer van 1942 wordt er onderdak geboden aan een Joods echtpaar in het huis van Chris en Ans. Het verhaal gaat dat begin 1944, waarschijnlijk tijdens de verjaardag van zoon Ruud, ze een feestje vierden en samen met het Joodse echtpaar de polonaise gedanst zouden hebben op het balkon. Waarom het Joodse echtpaar zich zo openbaar opstelden is niet duidelijk. Wellicht omdat er geruchten gingen over een bevrijding rond diezelfde tijd? Buren hadden dit gezien en hebben ze aangegeven bij de bezetters. Chris werd samen met onderbuurman Julius Wolff enkele dagen later op 5 of 6 februari 1944 gearressteerd door de Hollandsche Recherche en de Amsterdamse politie en ongeveer een maand vastgehouden in de Huis van Bewaring II aan de Amstelveenscheweg/Havenstraat 6. Naar het lot van de ondergedoken Joden kunnen we wel raden.

Lodewijk Boisotstraat 2, Amsterdam
Perhimpoenan Indonesia
Huis van Bewaring II Amstelveenseweg Amsterdam

Chris werd op 1 maart 1944 overgebracht naar Herzogenbusch (Kamp Vught), de enige SS-concentratiekamp in Nederland, en kreeg daar gevangenennummer 9141. Hij zat daar in Blok 18A.

Kamp Vught
Plattegrond Kamp Vught

Toen de geallieerden in de buurt van Nederland kwamen werd Chris met vele andere gevangenen op 6 september getransporteerd naar concentratiekamp Sachsenhausen in Oraniënburg. Daar aangekomen op 8 september 1944 kreeg Chris een gevangenennummer 100014 en verbleef in barak 46 volgens getuigenverklaring. Op 27 oktober werd hij tewerkgesteld bij het “Arbeitskommando Kabelzerleger”. De toestand van Chris ging snel achteruit, hij had honger en vermagerde snel. Tussen 29 november en 5 december werd hij opgenomen in de gevangenen ziekenboeg, waarna hij op 9 december weer terug keerde als “Kabelzerleger”.

Toegangsgebouw Concentratiekamp Sachsenhausen
Toegangspoort Concentratiekamp Sachsenhausen
Plattegrond van Concentratiekamp Sachsenhausen

Op 4 februari 1945 is hij op transport gezet naar concentratiekamp Buchenwald. Er is geen informatie gevonden over zijn daadwerkelijke aankomst of zelfs zijn overlijden in Buchenwald. Zijn toestand was zo verslechterd dat hij niet meer kon spreken en dus niet is geregistreerd. Hier zat hij in barak 49. Uit getuigenisverklaringen van kennissen van Chris die hem vanuit Kamp Vught en Sachsenhausen hadden leren kennen, heeft het Nederlands Rode Kruis kunnen bewijzen dat hij in maart 1945 is bezweken in Buchenwald. Op basis van deze verklaringen is in 1948 alsnog een Duits overlijdensakte in Weimar opgesteld, waarin Chris aldaar in Buchenwald op 10 maart 1945 is overleden. Op 11 april 1945, slechts een maand later, werden de gevangenen van Buchenwald bevrijd.

Hoofdingang Concentratiekamp Buchenwald
De barakken van Buchenwald
Advertentie arrestatie Chris in 1944

Bij het “Mauermuseum – Museum Haus am Checkpoint Charlie” liggen boeken waarin men heeft bijgehouden wie er in de concentratiekampen van het door Rusland bezette gedeelte van Duitsland zijn omgekomen. Daarin is vier keer de naam van Christiaan Carel Kemper, twee keer Carel met een C en twee keer met een K geschreven. Alle keren met het goede geboortejaar. Drie keer overleden op 29 augustus 1945 in ‘Buchenwald’ en keer nog in leven op die datum, maar overleden in ‘Sachenhausen’. Onderzoek door mensen bij ‘ Sachsenhausen’ geven te kennen dat zij er zeker van zijn dat hij daar niet is overleden. Kortom het blijft een raadsel. Met de enige houvast die er is gaan we er dan maar vanuit dat hij daadwerkelijk in Buchenwald is overleden.

Tijdslijn

In memoriam

Ter nagedachtenis aan Christiaan Carel Kemper is er op 15 juni 2022 een Stolperstein gelegd bij het woonadres waar hij is opgepakt aan de Lodewijk Boisotstraat 2-II.

Stolperstein ter nagedachtenis aan Chris (8 april 2022)
Bidprentje Christiaan Carel Kemper 1948
De Stolperstein geplaatst op 15 juni 2022 met twee witte rozen, één voor Chris en de ander voor Ans zijn tweede vrouw.

Woonadressen

Het gezin woont op de volgende adressen:

Datum inAdresDatum uitBijzonderheden
19123e Weteringdwarsstraat 215-11-1912Willem Kemper (1912) geboren
5-11-1912v.Oldebarneveldstraat 5723-10-1913Maria Carolina Kemper (1913) geboren
23-10-1913Hartenstraat 323-4-1916Hendricus Maria Kemper (1916) geboren
3-4-1916Hartenstraat 125-12-1923Johannes Kemper (1917) geboren
Alphonsus Kemper (1919) geboren Gerardus Kemper (1920) geboren Josephus Kemper (1922) geboren
5-12-1923Adm. de Ruijterweg 369 (huis C.M.A. Buddelmeijer (schoonbroer))15-9-1924Gesina Kemper (1924) geboren
15-9-1924Witte de Withstraat 6727-12-1924Margretha Duijvelshoff overleden
17-12-1924Rozenstraat 46 1 hoog17-10-1925Maria Carolina Kemper 3-7-1925 Noordwijkerhout
Johannes Maria Kemper 7-5-1925 R.K. Jongensweeshuis
Alphonsus Maria Kemper 7-5-1925 R.K. Jongensweeshuis
Gerardus Maria Kemper 7-5-1925 R.K. Jongensweeshuis
Josephus Maria Kemper 17-10-1925 Schiermonnikoog
10-1925K. & Th. Kemper (moeder en broer) 1062 Caurin Av. Montreal6-1932 
16-6-1932Adm. de Ruijterweg 369 (huis C.M.A. Buddelmeijer (schoonbroer))30-7-1932
30-7-1932Hartenstraat 1121-8-1935
21-8-1935Spuistraat 279 3 hoog18-11-1938
18-11-1938Berenstraat 14 3 hoog3-2-1939 
3-2-1939Lodewijk Boisotstraat 2 2 hoog