Afgelopen dinsdag had ik lekker een dagje vrij en besloot om weer eens naar Amsterdam te gaan. Mede omdat binnenkort een stolpersteine (lees: struikelsteen) geplaatst wordt ter nagedachtenis aan mijn overgrootvader Christiaan (Chris) Carel Kemper voor het huis waar hij voor het laatst heeft gewoond aan de Lodewijk Boisotstraat 2-II in Amsterdam. Vanuit de overlevering wordt gezegd dat hij is opgepakt omdat Joden ondergedoken zaten bij hen in huis. Op de verjaarsdag van hun trouwen zouden zij met de Joden zijn gezien op het balkon. Dit roept bij mij vragen op. Het huis aan de Lodewijk Boisotstraat 2-II is een appartement (flatje) waar je niet echt veel ruimte had om Joden (enigszins ongezien) kon laten onderduiken. Daarnaast is alleen Chris opgepakt en niet zijn vrouw Ans en hun zoon Ruud. Vreemd, want in die tijd was het hele huishouden hier schuldig aan. Ook lees ik bij de Oorloggravenstichting bij Christiaan Carel Kemper “lid van verzet”, wat dat dan ook mag betekenen.
Ik besluit om naar het Stadsarchief Amsterdam te gaan en te zoeken naar allerlei informatie over Christiaan (Chris) Carel Kemper, zoals arrestatierapporten rond de datum dat hij is opgepakt (6 februari 1944). Vermeldingen in het handelsregister, omdat Chris lange tijd eigen onderneming had in bloemen. Et cetera.
Aangekomen in het Stadsarchief vraag ik een archivaris om hulp. Hij weet mij te vertellen dat alle arrestatierapporten van de Amsterdamse politie uit 1940-1945 geïndexeerd zijn en dus zou Christiaan Carel eenvoudig terug te vinden moeten zijn. We komen alleen een rapport tegen waarin Chris op 15 januari 1944 aangifte doet van ontvreemding van zijn fiets ter waarde van nog 40 gulden. Verder niets. Ook op de naam C. Kemper of C.C. Kemper niets te vinden. De archivaris adviseert mij om eens in de rapporten te zoeken van de wijkpolitie van de post Admiraal de Ruyterweg (wat het dichtst bij de Lodewijk Boisotstraat zit). Aangezien we de arrestatiedatum weten, kan ik tot enkele weken tevoren zoeken naar informatie. Maar tevergeefs. In de inventaris zie ik ook nog niet geïndexeerde delen zitten van de door de Nazi’s ingestelde politiemachten betreffen. Maar ook hier kunnen we niets vinden. Overigens wel veel indrukwekkende rapporten en communicatie over (gevluchte) Joden waar ze naar op zoek waren of opgepakt waren.
De archivaris komt terug en verteld dat hij een collega geraadpleegd had die zich hierin heeft gespecialiseerd. Hij weet te vertellen dat deze arrestatie hoogstwaarschijnlijk is uitgevoerd door de Nazi’s en niet de Amsterdamse politie en deze rapporten nooit in het stadsarchief terecht zijn gekomen. De Nazi’s hebben deze waarschijnlijk vernietigd aan het einde van de oorlog. Duidelijk wordt dat ik in het Stadsarchief hierover niets zal vinden.
Informatie over de ondernemingen van Chris heeft het stadsarchief niet, omdat dit staatsaangelegenheden waren en geen gemeentelijke aangelegenheden. Ik moet mij hiervoor wenden tot het Noord Hollands Archief.
Ik besluit om nog wat onderzoek te doen naar de Kruijtmolen waar ik kortgeleden achter ben gekomen dat een stamouder Dirk Kemper samen met zijn broer Hendrik Kemper hadden gewoond (en mogelijk bij werkzaam waren). Deze Kruijtmolen betrof een buskruitmolen van Amsterdam. Ik vond in het Stadsarchief een familiearchief van de familie van Hoorn die eigenaar was van de kruitmolen. Ik besluit een verzoek tot digitalisering te doen van bepaalde stukken en later mijn onderzoek digitaal te vervolgen.
Het was inmiddels Lunchtijd en ik besluit mijn spullen in te pakken, maar op dat moment kreeg ik een ingeving…ik ben toch in Amsterdam, waarom zal ik de middag niet gebruiken om op zoek te gaan naar de wijken en huizen waar de Kempers hebben gewoond. Ik besluit om de Lodewijk Boisotstraat 2-II te bezoeken in lijn met mijn onderzoeken die dag naar Chris en de plaats waar binnenkort de stolpersteine geplaatst te worden. Daarnaast ook Hartenstraat 12 waar Chris lange tijd zijn bloemenwinkel had en tevens geboortehuis van mijn grootvader Johan Kemper. Daarnaast kreeg ik ook de behoefte om het geboortehuis (Dusartstraat 44 I) van mijn moeder Angela Kemper, die bijna precies een jaar geleden was overleden, en ouderlijk huis (Karel du Jardinstraat 72 III) waar ze als kind langere tijd heeft gewoond en waar haar moeder, mijn grootmoeder Antonette Petronella Hofmann, is overleden. Ik was van plan om te gaan lunchen aan de Albert Cuyp markt en onderweg hiernaartoe zag ik dat het geboortehuis en ouderlijk van mijn moeder hier in de buurt lagen. Dat kwam mooi uit! Na over de markt te zijn gelopen en wat te hebben gegeten (Japanse curry en octopus balletjes) ben ik eerst naar Karel du Jardinstraat gelopen. Hier heeft mijn moeder vanaf haar 1e jaar tot haar 8e jaar gewoond. Ik liep door de wijk via de van der Helstplein, een sfeervol wijkje en pleintje. Ik bezocht het ouderlijk huis van mijn moeder en beeldde mij in hoe ze in deze straat aan het spelen was. Ook deze straat komt op mij over als een sfeervol straatje. Ik voelde mij op een of andere manier verbonden met deze locatie.


Hierna ben ik naar het geboortehuis gelopen aan de Dusartstraat via de Rustenburgerstraat. Een straat met prachtige woningen met sfeervolle portiekjes, de Dusartstraat daarentegen is een iets minder sfeervol straatje. Stuk drukker met verkeer. Heel bijzonder om het huis te zien waar mijn moeder is geboren en mijn grootouders en tante en ooms langere tijd hebben gewoond. Een huis waar veel lief en leed werd gedeeld.
Lodewijk Boisotstraat
Na dit bezoek ben ik met de tram naar de Admiraal de Ruyterweg gereden om op zoek te gaan naar de Lodewijk Boisotstraat 2-II, waar mijn overgrootvader Christiaan (Chris) Carel Kemper samen met zijn tweede vrouw Anna Elisabet Paauw en hun zoon Rudolf Kemper woonden, voordat Chris werd opgepakt. Hier wordt binnenkort een stolpersteine geplaatst en ik wilde wel eens zien waar dat ging gebeuren en waar ze hebben gewoond.